|
|||||
kameropera in drie akten |
|||||
In deze opera hebben de instrumenten niet alleen een begeleidende, maar ook een gelijkwaardige rol aan de zangstemmen. Daarentegen wordt van de instrumentalisten een zelfde niveau gevraagd qua samenspel als van de zangers (zoals bij kamermuziek gebruikelijk is). In de enscenering is het de bedoeling dat zij op het toneel aanwezig zijn en waar nodig actief deel uitmaken van de handeling. De draailier (een instrument dat door de eeuwen heen zowel door de kerk is aangetrokken als verstoten) heeft een symbolische functie ten aanzien van de onschuldigheid van Argeloos. Ook hij wordt door de kerk aangetrokken en verstoten. De bezetting van deze opera is relatief klein gehouden mede uit oogpunt van kostenbeperking. Zo is er geen apart koor vereist: de op het podium aanwezige zangers vervullen waar nodig de rol van koor. De muzikale zetting tracht het verhaal van Voltaire te onderschrijven en versterken; zo is integratie in een nieuwe cultuur één van de belangrijke lijnen in dit werk. |
||
Eerste acte Op het strand Een duinlandschap, met net zichtbaar de torens van een klooster, op de voorgrond een strand, tussen de duinen een pad van en naar het klooster |
|
Introductie |
|
Terzet: Ontmoeting op het strand |
Argeloos spoelt aan op het strand en ontmoet daar de heer Kerkeboon en diens zuster. |
Terzet II |
Na een aantal verwarringen nodigen zij hem uit met hen mee te gaan. |
Tussenspel, Octet der Vragenstellers | Er komen een aantal personen bij, die er niets mee te maken hebben, maar die allemaal een mening over Argeloos hebben. |
Tussenspel, Octet der Vragen | Ook is er mejuffrouw Sintliefs, een zeer goed opgevoed meisje. Iedereen praat door- en tegen elkaar, totdat Argeloos orde schept. |
Aria van Sintliefs |
Mejuffrouw Sintliefs bezingt haar bewondering voor de schone vreemdeling. |
Octet III | Argeloos ziet het meisje en is op slag verkocht. |
Terzet der Fanatici | De overige aanwezigen voeren een dispuut over het geloof van Argeloos. |
Octet IV, Tussenspel | |
Doopscène | Argeloos besluit zich te laten dopen en verliest zijn "heidensheid" en hiermee het eerste stukje van zijn naïviteit. |
Terzet III | Argeloos blijft achter op het strand. Er komen twee franse soldaten, een Engelsman en twee Engelse soldaten het strand op. |
Kwartet van de toekijkende soldaten | In zijn eentje verslaat Argeloos de Engelsen, bezongen door de twee Engelse en de twee Franse soldaten. |
Terzet IV | De Kerkeboons komen terug en herkennen Argeloos als een nazaat van hun familie, die naar Amerika was vertrokken, dus eigenlijk een verre neef van de Kerkeboons. |
Ariaatje van Vreugde van Argeloos |
Argeloos zingt een ariaatje van vreugde, waarin hij zijn liefde voor Sintliefs betuigt. |
De ontvoering van Sintliefs | De anderen komen ook terug en mej. Sintliefs blijkt al aan de zoon van de baljuw beloofd. De baljuw ontvoert Sintliefs met geweld, en Argeloos besluit -zijn naam waardig- zich tot de koning te wenden om toch met haar te kunnen trouwen. |
Tweede acte Bij een hotel in de buurt van Parijs Aan een kant is nog de entree naar het hotel zichtbaar; verder zien we een terras in groene beschutting. Aan de andere kant een rustige landweg die naar de hoofdweg voert. |
|
Elegie van Argeloos | Argeloos bezingt zijn lot. |
Aria van de eerste en de tweede Hugenoot, |
Twee Hugenoten bezingen de corruptie aan het hof. |
Duet van Argeloos en de Jezuïet | Een Jezuïet hoort alles aan en doet ook een boekje open. |
Verklaring van de Jezuïet | Daarbij verraadt hij Argeloos, die afgevoerd wordt naar de Bastille. |
Kleine Aria van Sintliefs | Intussen arriveert mej. Sintliefs, die aan de baljuw ontsnapt is. |
Aria van de secretaris | Zij wordt belaagd door de secretaris van de minister. |
Duet van onbegrip | Er ontstaat een duet vanuit verschillende belangen. |
Intermezzo van de Audiënten | Twee audiënten van de koning voeren een toneelstukje op en een derde maakt Sintliefs duidelijk dat zij Argeloos alleen kan redden door haar eer aan de secretaris te verliezen. |
Duet van Sintliefs en de secretaris | Het wederzijds onbegrip verdiept zich. |
De klacht van Sintliefs | Sintliefs beklaagt zich in een aria en zwicht uiteindelijk. |
Terzet van de Achtervolgers | Direct nadat Sintliefs en de secretaris verdwenen zijn, komen de Kerkeboonen en de baljuw aan, ook op zoek naar Argeloos en naar mej. Sintliefs. Zij drinken iets op het terras van de herberg. |
Derde acte In een cel van de Bastille Een betrekkelijk luxe kerkerruimte. Veel boeken, en andere leermogelijkheden. Ergens voert een kleine trap naar een andere ruimte. Gordijn zit aan een tafel, en bladert in boeken maar kijkt ondertussen naar Argeloos. |
|
Duet van Gordijn en Argeloos | Argeloos was terechtgekomen in een cel, die hij met een oudere man moest delen, met de naam Gordijn. |
Lof van Gordijns eenzaamheid | Gordijn zingt over zijn eenzaamheid in een aria. |
Duet van Gordijn en Argeloos II | Deze vitale man had twee belangrijke eigenschappen. Hij kon luisteren, en hij kon tegen narigheid. |
Aria van de Twijfel van Argeloos | Argeloos probeert hem zo goed mogelijk uit te leggen wat hem is overkomen, maar aangezien hij zelf niet weet waarom hij hierheen gebracht is, kan hij daarover weinig vertellen. |
Duet van Gordijn en Argeloos III | Gordijn bezingt zijn eenzaamheid in een aria. Argeloos bezingt in een aria zijn twijfels over de beschaving die hij heeft aangetroffen. |
De Gouverneur met de brief | Op dat moment komt de gouverneur van de gevangenis persoonlijk met een onverwacht bericht. Juffrouw Sintliefs had door haar offer bereikt dat Argeloos een vrijgeleide kreeg, en met haar de gevangenis zou mogen verlaten. |
Liefdeslied van Argeloos | Argeloos begrijpt niet welk offer zij gebracht heeft en stelt voor dat ze ook Gordijn vrijkoopt. |
De Gouverneur met de brief II | Uit schaamte weigerde Sintliefs het goede nieuws zelf te vertellen, en vroeg daarom de gouverneur, hem voor te bereiden. |
Duet van de Gouverneur en de Cipier | Sintliefs vangt dit op en valt flauw. |
Liefdesliedje van Argeloos II | Argeloos zingt voor haar een liefdeslied. |
Duet van Sintliefs en Argeloos | Een cipier komt met de Kerkeboonen om Argeloos te bevrijden. |
Terzet met het verzoek van Gordijn | Gordijn begrijpt plotseling wat Sintliefs heeft gedaan, en vraagt haar om zich niet voor hem te offeren. |
Duetje van de gouverneur en Argeloos | Argeloos begrijpt er niets van en gaat naar buiten. De gouverneur houdt zich van den domme en praat alleen over zichzelf. |
Klein duetje van mej. Sintliefs en Gordijn | Gordijn en Sintliefs zingen een duet. |
Kwartet "De dapperste aller vrouwen" | Men bezingt de moed van Sintliefs, maar nog niet iedereen begrijpt wat zij heeft gedaan. |
Kwartet | Uiteindelijk staan allen weer in de kerker. |
Aria - De bekentenis van Sintliefs | De schande van Sintliefs komt uit. |
Kwartet - Ik kan alleen gelukkig zijn met jou | Nu begrijpt Argeloos het en zingt haar lof. |
De Gouverneur komt met een nieuwe brief | Argeloos wordt vrijgelaten. |
De dood van Sintliefs | Terwijl Sintliefs sterft van schaamte, krijgt Argeloos een baantje als officier in het leger en raakt volkomen geïntegreerd in zijn nieuwe land. |
Epiloog | |
Slot | |
---------- |
|
Rolverdeling (er wordt gebruik gemaakt van dubbelrollen, |
1e akte | 2e akte | 3e akte | ||||||
Sintliefs | dienstmeisje | audiënte | Sintliefs | sopraan | ||||
mej. Kerkeboon | serveerster | mej. Kerkeboon | mezzosopraan | |||||
Argeloos | secretaris | Argeloos | lyrische bariton | |||||
dhr. Kerkeboon | Jezuïet | dhr. Kerkeboon | basso-buffo | |||||
Engelsman | verteller | herbergier | verteller | Gordijn | verteller | basso profundo | ||
Baljuw | Engelse soldaat I | Hugenoot I | Baljuw | gouverneur | karaktertenor | |||
Baljuw's zoon | Franse soldaat I | audiënt I | assistent I | buffo-tenor | ||||
Bisschop | Engelse soldaat II | Hugenoot II | cipier | karakterbariton | ||||
belastingman | Franse soldaat II | audiënt II | assistent II | bas-bariton |
Instrumentale bezetting: | ||
fluit en piccolo |
||
e-mail: info 'at' sonjabeets.eu